nl

over handtassen, BB en veel sentiment

The question is not, can they reason, nor can they talk, but, can they suffer? Jeremy Bentham

Dieren in de kunst: van de jacht op neushoorns tot hamsters als speelbal

over handtassen, Brigitte Bardot en veel sentiment

Kijk terug. Meer dan tienduizend jaar geleden tekende de mens met een krijtje bizons, herten, stieren en neushoorns op de grotwanden van Lascaux. Sindsdien zijn de dieren nooit meer uit de kunst geweest. Ze verleenden statigheid aan een beeldhouwwerk of werden in schilderijen als symbool of metafoor gebruikt. In fijn gepenseelde landschappelijke taferelen kon de toeschouwer her en der koeien of schapen ontwaren, of het kleinvee poseerde - meestal dood als deel van een smakelijk dis - voor een stilleven. Dit alles ter lering en vermaak van het publiek. Ook vandaag komt men in het werk van hedendaagse kunstenaars wel eens dieren tegen. Op bezoek in musea, galeries of op art-moments laat men zijn lidkaart van de dierenbescherming echter beter thuis.

De Vlaamse kunstenaar Wim Delvoye houdt bijvoorbeeld van het varken, het slimme ongetemde varken van vroeger in tegenstelling tot het stompzinnig industrieel product van vandaag.

Op de Documenta IX in Kassel tatoeëerde hij begin jaren negentig levende varkens, en maakte er kunstwerken van. Delvoye werkte met een dierenarts, bracht de dieren onder narcose en stipuleerde comfortabele tentoonstellingsvoorwaarden waarvan zelfs de varkens moeten hebben opgekeken. Niettemin verhinderde de Vlaamse dierenbeweging Gaia dat hij voor de poëziezomer in Watou in 2003 nog één varken zou benaderen. Dat het dorp midden in landelijk gebied ligt waar diezelfde dieren zich dikwijls in een hels industrieel proces bevinden, en eigenlijk wat Delvoye-aandacht kunnen gebruiken, daarvan maakten de driftige Gaia-enthousiastelingen nauwelijks gebruik.

In 2004 maakte de Nederlandse kunstenares Tinkebell een handtas van haar kat. Men leest nooit hoe prachtig die handtas werd, wel bij herhaling haar verklaring dat ze hiervoor eigenhandig het dier doodde en vilde. Het beestje was volgens haar depri en kreeg zo een tweede leven.

Natuurlijk wist ze dat ze de grenzen en de codes tartte van huisdier versus consumptiedier en zo een dubbele moraal blootlegde. Het publiek was er haar niet dankbaar om.

Ook niet toen ze dit thema verderzette in het Amsterdamse Platform 21 waar ze in 2007 zestig mannelijke kuikens wilde redden. Ze bood de diertjes aan het publiek aan voor adoptie, bij gebrek aan interesse zouden ze in een versnipperaar belanden. Zelden ligt er iemand wakker om wat er met de massa overbodige kuikenjongens in de bioindustrie gebeurt, maar nu wreef men zich de ogen uit om te zien wat Tinkebell met de tientallen kuikentjes zou doen. Er werden tot in de Kamer verontwaardigde vragen gesteld en de Partij voor de Dieren roerde zich heftig.

Toen Tinkebell begin 2008 in de Amsterdamse galerij Masters een kleine honderd hamsters in gekleurde hamsterballen door de ruimte liet rollen, joeg ze opnieuw de dierenpartij en de dierenbescherming in het harnas, maar intussen had ze de halve wereld tegen, zo bleek.

Samen met Coralie Vogelaar maakte Tinkebell in 2009 een boek Dearest Tinkebell waarin ze een duizendtal hate-mails publiceerde van de honderdduizenden brieven vol verwensingen en dreigementen die ze ontving. Zakken vol post van zachtaardige dierenliefhebbers die bijvoorbeeld beloofden een retourtje Amsterdam te kopen om de kunstenares eigenhandig te villen en als handtas te gebruiken. Ze is nipt vrijgesproken in de Nederlandse rechtszaak die erop volgde.

Je zou denken dat er genoeg menselijk leed in de wereld is om verontwaardigd over te zijn. In Afghanistan stenigen ze nog altijd met opgewekt gemoed de overspelige vrouwen van het dorp. In India ketenen ze gekochte kinderen voor jaren vast aan de tapijtweefgetouwen waaraan ze moeten werken. Maar hoe reageert de goegemeente hierop? Geeuw, geeuw, het gaat ons eigenlijk niet aan. Toegegeven, het is ook de andere kant van de wereld. Hoewel men ook in Nederland opstandig kan worden. Neem de recente klachten van gevangenen omdat het afgewogen broodrantsoen de honger niet stilt. De kontdraaierij van de Katholieke kerk in elk gesprek over de misbruikte kinderen binnen hun instituut. Het feit dat we tegenover varkens pas beschaafd gedrag vertonen wanneer ze als kotelette op ons bord liggen. Wat zegt wakker Nederland? Kom, kom, als we ons daarover druk moeten maken. Toegegeven, het is ook de zelfkant van onze wereld.

Maar kijk, het moreel geweten raakte nog niet verdoofd. Want wacht eens even, die verdorven kunstenaars trappen weeral op onze ziel. Vroeger belasterden ze onverschrokken God of Maria, of overschreden ze de grenzen van het seksueel betamelijke. Intussen kan de Westerse mens wel tegen een beetje porno of blasfemie. Maar kijk wat ze nu weer doen. Tja, daar kan men in onze tijd dan weer niet tegen. Het gehele varkenslijf tatoeëren. Een handtas maken van een kat. Een vos loslaten in het Londense National Portrait Gallery om vervolgens met de bewakingscamera's te volgen. Dat laatste deed Francis Alÿs in 2005 in zijn werk Nightwatch. Arm vosje. Maar Alÿs was het niet om dat vosje te doen. Wel om de stad die al vanaf de Renaissance dieren verdrijft omwille van de orde en de hygiëne. Ook om de voortsnellende moderniteit die de dieren vanuit hun biotoop opnieuw naar de stad drijft. Zeker om het beleid dat niet enkel ongewenste dieren met publieke camera's in het oog houdt. Zo liet Alÿs ook een muis los in een chique galerie en stuurde hij een pauw naar de Biënnale van Venetië. Arme muis. Arme pauw. Deze hedendaagse dierenkunst roept terecht heikele vragen op. Voor de kunstenaars en het publiek. Waar liggen de grenzen als je met levend en soms pijnlijk bewust materiaal werkt? Waarom mag je dieren wel doden om op te eten, maar niet omwille van de kunst, de schoonheid, de betekenis, de revolutie? Kan je als kunstenaar dierenmisbruik belichten of aanklagen door zelf dieren te gebruiken of te misbruiken? Het werk van Alÿs, Tinkebell of Delvoy is lichtvoetige tralala tegenover de rituele performancekunst van de Oostenrijkse kunstenaar Hermann Nitsch. Hij wenst bloed te laten vloeien, en bij voorkeur dierenbloed. Een van zijn archaïsche spektakels speelde zich af in een antiek kasteel met een meute menselijke en dierlijke medespelers. Een fors gebouwde stier die in dit primitieve oerspel figureerde, wist het wel en pakte de kunstenaar woest op de horens. Nitsch lag nog urenlang bloedend op de natgeregende kasseien van de binnenkoer, vooraleer hij werd afgevoerd naar een hypermodern uitgerust ziekenhuis.

Maar nee. De sentimentele hedendaagse mens verdedigt blijkbaar liever het vosje, de kat, het hamstertje dan moeilijkere confrontaties aan te gaan met de wereld of de kunstwereld. Luister naar de verontwaardiging. Kijk naar de plotse daadkracht. Deze moderne fabelkunst past niet in een ontwikkelde maatschappij waar men met z'n allen geëmotioneerd naar Boer zoekt vrouw kijkt.

Oh, die lieve geitjes, om van te huilen. Laten we de kunstenaars dus dreigbrieven sturen, bashen op het internet, politie op hen afsturen en als het kan hen voor de rechtbank slepen. Want kijk, zelfs al is Tinkebell een jonge vrouw en altijd in het roze gekleed, moet je geen verknipt monster zijn om 95 hamstertjes te lang in een tredmolentje te laten lopen? Eén dier liep door het kunstwerk een ontstoken oog op, enkele anderen hadden korstjes op hun kop. Och arme, dat geweeklaag en gesnotter. Save the pets!

Wel, daar draait mijn gevoelige maag nu van om. Laten we wel wezen. Hamsters zijn geen beschermde panda-soort. Google handel in bedreigde diersoorten. Hamsters zijn politiek correcter materiaal dan goud en edelstenen. Google bloeddiamanten en Afrikaanse goudwinning. De kunstenares heeft de hamsters niet levend gevierendeeld of seksueel verminkt. Google martelen en vrouwenbesnijdenis. Welk leed raakt ons? Hoe erg vonden we het als we vernamen dat een Zuid-Afrikaanse lesbienne weer eens urenlang afgetuigd en verkracht werd?Zullen we even fel reageren als de kunstenares Tinkebell volgende keer ratten, forellen of aardwormen door de mangel haalt?

Wat is er met ons en met onze maatschappij aan de hand dat we storm lopen voor een hamstertje, een kuikentje, een varkentje dat toevallig in het zicht komt? Daar liggen antwoorden die me meer angst aanjagen.

Volgens sommige psychologen lijkt dierenliefde erg op moederliefde. Kleine en kwetsbare wezentjes roepen zorg en bescherming op. De liefde van de moeder is een wezenlijk primaire maar daarom ook gevaarlijke liefde. Ze is per definitie onvoorwaardelijk en onredelijk en daarom niet erg bespreekbaar of discutabel. Dat zou de gewelddadige toon in de brieven aan Tinkebell kunnen verklaren. Wie in de dierenwereld aan de kleintjes komt, moet niet met een kunstdiscours afkomen, die wordt uitgeschakeld ter bescherming van de kroost. Moederliefde is vaak een liefde die uitsluitend te werk gaat, menen de psychologen, de exclusieve liefde en zorg gaat naar het nageslacht. Wie het daar niet mee eens is, hoeft niet op enig begrip te rekenen.

Dat de biologische oermoeder in ons allen nog altijd opspeelt bij het zien van wollige hamstertjes of piepende kuikens, verklaart niet genoeg. De volgende gedachtengang is verontrustender. Sentimentaliteit en wreedheid liggen dicht bij elkaar, waarschuwde de Duits-joodse filosoof Günther Anders, waarschijnlijk niet toevallig bij het aantreden van Hitler. Beide gevoelens bestaan volgens hem dankzij en bij gratie van het lijden van anderen. Je wordt gedreven door wreedheid als je zelf als dader oorzaak van dat lijden bent, terwijl de sentimentele toeschouwer van op de zijlijn zijn handen niet vuil maakt, maar deel is van hetzelfde gebeuren. Deze redenering doorkruist een vaak aangehaalde stellingname van het zogenaamde gezonde verstand: wie goed is voor de dieren, is goed voor de mensen.

Ook grote filosofen zoals de Duitse wijsgeer Immanuel Kant onderschreven deze 'cruelty link' - redenering. Wreedheid tegenover dieren was verwerpelijk, niet omwille van de arme dieren, maar omdat het kon leiden tot wreedheid tegenover de mens.

Het klinkt werkelijk aannemelijk - lang leve de kinderboerderij en het dierenasiel - maar was het maar zo eenvoudig. Het is al te simpel om de complexiteit van één persoon te vatten - neem de contactgestoorde slechterik die alleen maar met zijn honden praat - laat staan om hele een samenleving te vatten.

Deze logica blijft trouwens maar overeind tot je aan beroemde dierenvrienden als Adolf Hitler of Brigitte Bardot denkt.

Terwijl Hitler met één hand een bruinogig reetje streelt, gebood hij met de ander de vernietiging van joden, zigeuners, homo's en ander ongedierte.

Terwijl Bardot het neerknuppelen van zeehondjes niet kon aanzien, was ze het eens met Le Pen die met plezier heel wat landgenoten het land zou uit knuppelen.

Geef mij maar Gunther Anders, een filosoof die onophoudelijk nadacht over het handelen en de overtuigingen van zijn medeburgers, en het groeiende sentiment dat hij om zich heen zag, uitermate verdacht vond. De snelheid en de schaal van de moderne maatschappij zorgde er volgens hem voor dat diegenen die tussen goed en kwaad moeten kiezen, de weg konden kwijtraken. Het kwade is te ver, het is te veel, het is te moeilijk, het is te groot. Het is makkelijker dicht bij huis te blijven, en ook daar liefst aan de oppervlakte te blijven. Drijven op sentiment is eigenlijk rijden op automatisme. Je hoeft niet na te denken of diep te voelen, je hoeft geen betoog te formuleren of iets te onderbouwen.

Je hoeft slechts verontwaardigd te zijn om vijfennegentig hamsters die vier uur in een speelbal zitten. Als dat geen vereenvoudig is om als mens een mening te hebben en het goede te doen! Helaas is sentimenteel zijn één van de meest kinderachtige, theatrale, geïsoleerde en vluchtige gevoelens uit het menselijk gevoelenspallet. Het is bij elk mens individueel te wantrouwen maar zeker wanneer het en mass zijn gang gaat. En dat doet het vandaag. Ook in de politiek. Het is wachten op de eerste foto van Wilders met een poes op schoot. Ook in de alomtegenwoordige media waar men gedurig inzoomt op sentiment, alsof we met z'n allen aan chronische gevoelsarmoede lijden. Ja, twee vriendinnen, intussen grijs en gerimpeld, die elkaar na vijfig jaar opnieuw vinden, als dat geen mooie teevee is! Zelfs in de ernstige nieuwsprogramma's verkiest men vaak informatie die rechtstreeks op het sentiment speelt. Hallo, vond onze correspondent intussen al een sympathieke dode tussen het puin? Prima! En ach, al die snoezige babies, aardige oma's en aaibare hondjes in de reclame en publiciteitsbeelden - adorable, cute, touchy - enkel seks scoort beter.

Het proces van Tinkebell en het gejammer om de hamsters is eigenlijk erg eigentijds in een tijd waar we allerliefst om het minste de zakdoeken bovenhalen. We zullen beter ons best moeten doen om de juiste houding te vinden. Dat betekent wellicht allereerst die selectieve verontwaardiging bij onszelf onder ogen durven zien. Dat betekent sowieso ook oefenen in een gevoel dat tussen onverschilligheid en hysterie inligt. Misschien proberen kunstenaars als Tinkebell ons daarop te wijzen en ons daarin te initiëren?

Het is in elk geval iets anders dan de populaire vraag die men mij bij herhaling op alle bestaande faceboeken, actiefora en nieuwsgroepen stelt: 'Stel dat u dat dier was, zou u in een kunstwerk willen eindigen?' Wel, wanneer men op zo'n suggestieve vraag toch een antwoord verlangt. Als ik een varken was en ik zou kunnen kiezen of ik in handen van de kunstenaar Wim Delvoye zou vallen of van de grootindustrie, wist ik het wel.

Ann Meskens

Vreemd toch, dat ik geen vier of zes varkens mag tatoeëren, terwijl een vriend van mij in Eeklo er wel regelmatig honderden naar het slachthuis mag brengen. Wim Delvoye

21 januari 2011 - De kunstenares Tinkebell is door de rechtbank van Amsterdam vrijgesproken van het martelen van hamsters. Diverse internet-nieuwssites