Inter-Architecture
'We make space, space that matters’.
De afdeling Inter-Architecture op de Gerrit Rietveld Academie leidt studenten op tot ruimtelijk ontwerpers. Op de academie gaan we uit van een brede opvatting over het vakgebied. Dit betekent dat de realisatie van een opgave niet altijd een gebouw hoeft te zijn. Het kan ook een installatie, een interventie in de publieke ruimte of een decor voor een dansvoorstelling zijn. We werken op regelmatig basis samen met externe opdrachtgevers om ervaring in de praktijk op te doen.
Het hele domein van Inter-Architecture komt aan bod: architectuur, interieurarchitectuur, scenografie, tentoonstellings- en decorontwerp, meubelontwerp, dans- en theaterdecor en het ontwerpen van de publieke ruimte; hierbij wordt regelmatig met andere kunstdisciplines samengewerkt. Het uitgangspunt tot een ontwerp op onze afdeling is altijd ‘de ruimte’. Ruimte met een sociaal maatschappelijke betekenis. De drang om niet alleen mooie ruimtes te maken, maar ook goede ruimtes, ruimtes die een betere leefomgeving genereren. Het ontwerpen, het lezen en bevragen van de ruimte noemen we ‘de choreografie van de ruimte’. Startpunt is de student als maker, waarbij vakmanschap, zintuiglijkheid, materiaal, techniek, werkplaats, gereedschap, productie en het experiment daarmee, kernbegrippen zijn.
We leiden studenten op die kritisch en onderzoekend zijn. Bachelors die eigenzinnig de maatschappij tegemoet treden en werk maken dat zich onderscheidt. De opleiding biedt afgestudeerden (BA in Art & Design) ook een uitstekende mogelijkheid om een vervolgstudie te doen aan één van de masteropleidingen in Nederland of in het buitenland.
Voor gedetailleerde informatie zie afdelingswebsite: inter-architecture.rietveldacademie.nl
Facebook pagina Wemakespace Spacethatmatters
Nog meer weten over Inter-Architecture lees de appendix
Het uitgangspunt tot een ontwerp op onze afdeling is altijd ‘de ruimte’. Ruimte met een sociaal maatschappelijke betekenis. De drang om niet alleen mooie ruimtes te maken, maar ook goede ruimtes, ruimtes die een betere leefomgeving genereren. Het ontwerpen, het lezen en bevragen van de ruimte noemen we ‘de choreografie van de ruimte’. Kenmerkend voor deze ‘choreografie’ zijn: het maken, het experiment, het beschouwen en het ervaren van de ruimte.
Wat het vervaardigen van concrete dingen ons leert over onszelf, is een essentiële vraag binnen onze afdeling. Het geheel van experimenteren, het maken, het ervaren en het hierop reflecteren leidt naar antwoorden op die vraag. Dit proces van verandering is voor iedere student weer anders. Startpunt is de student als maker, waarbij vakmanschap, zintuiglijkheid, materiaal, techniek, werkplaats, gereedschap, productie en het experiment daarmee, kernbegrippen zijn. Het ‘maken’ rijpt, door oefening raakt het ingesleten, de ontwikkeling ervan vraagt tijd. Tijd biedt de mogelijkheid tot reflectie en verbeelding. Niet alleen vertellen over het ontwerpproces, maar juist ook het laten zien. We leiden studenten op die kritisch en onderzoekend zijn. Bachelors die eigenzinnig de maatschappij tegemoet treden en werk maken dat zich onderscheidt. De opleiding biedt afgestudeerden (Bachelor of Design) ook een uitstekende mogelijkheid om een vervolgstudie te doen aan één van de masteropleidingen in Nederland of in het buitenland.
De choreografie van de ruimte
Het onderwijs aan de afdeling Inter-Architecture. We willen onafhankelijke ruimtelijke ontwerpers opleiden met een eigen visie. We willen studenten leren een eigen visie te ontwikkelen op de relatie van de mens tot de hem omringende ruimte. We willen een onafhankelijke en kritische houding stimuleren waardoor zij voorbereid zijn op de verschillende situaties waarin ze na hun studie terecht kunnen komen. We moedigen de studenten aan de raakvlakken tussen het ruimtelijk ontwerp en andere kunstvormen te onderzoeken en daarmee te experimenteren. Zo zijn de autonome kunsten een voortdurende bron van inspiratie. Een goede technische basis wordt aangeleerd door aandacht te besteden aan technische aspecten, materialen en constructies. Het ruimtelijk inzicht, het beeldend vermogen en het conceptuele denken worden constant geoefend en bevraagd. Duurzaamheid op het gebied van materiaalgebruik en het productieproces, evenals sociale duurzaamheid, zijn belangrijke uitgangspunten voor het onderwijs.
Theorie
Theorie neemt een zeer belangrijke plek in binnen de afdeling Inter-Architecture. Een dagdeel per week wordt aandacht besteed aan het lezen, schrijven, presenteren en analyseren van teksten. Ook leer je hoe je zelf een goede tekst schrijft. Filosofie en conceptueel denken zijn belangrijk. Ook is Studium Generale een vast onderdeel van het theorieonderwijs van onze afdeling. Het biedt een algemeen historisch kader handelend over actuele thema's in de hedendaagse internationale kunstwereld. Studium Generale trekt prominente sprekers uit binnen en buitenland aan om lezingen te geven.
Opbouw van de studie
Eerste vakjaar
In het eerste vakjaar wordt een breed en uitgebreid programma aangeboden waarin zoveel mogelijk aspecten van het vakgebied aan de orde komen. Je werkt aan de hand van opdrachten. Deze opdrachten gaan over de breedte van het vakgebied van meubelontwerp tot projecten in de publieke ruimte en architectuurtheorie- en geschiedenis. Er is aandacht voor reflectie over de theorie van het vakgebied. Bij de opgaven staat het ontwikkelen van het ruimtelijk inzicht, het beeldend vermogen en het conceptueel denken centraal. Een goede technische basis wordt gelegd door aandacht te geven aan de schetsen, technisch tekenen 2D/3D, bouwkundige aspecten, materialen, details en constructies.
Tweede vakjaar
In het tweede vakjaar werk je meer zelfstandig aan de hand van opdrachten. Bij de opdrachten ligt sterk de nadruk op het ontwikkelen van een eigen visie en het stimuleren van een onafhankelijke en kritische houding ten opzichte van het vakgebied. Er ontstaat steeds meer de gelegenheid tijdens de studie eigen accenten te leggen binnen het vakgebied en eigen voorkeuren uit te spreken. Er is aandacht voor reflectie op de theorie van het vakgebied en door middel van een stage kom je in aanraking met de beroepspraktijk. De stage duurt minimaal drie maanden. De keuze voor de stageplaats wordt door de student zelf bepaald maar moet door de coördinator worden goedgekeurd. In het semester volgend op de stage geeft de student een openbare lezing over de stageperiode en ervaringen.
Derde vakjaar
Na de voltooiing van een stage in het tweede vakjaar, rond je je studie af met een scriptie en twee projecten. In nauw overleg met de examendocenten, bepalen de studenten hiervoor zelf de onderwerpen. Je presenteert je werk tijdens de eindexamenexpositie in juni aan publiek.
Studenten 1e vakjaar
Studenten 2e vakjaar
Studenten 3e vakjaar